Hou je van erfgoed, natuur en (elektrisch) fietsen, en werk je in Brussel? Dan is de VolleGaasroute een absolute aanrader. Het is een veilige en rustige fietsroute, met weinig stops, merendeels weg van het drukke verkeer.
Ere wie ere toekomt, hier verdient Vlaams-Brabant alle lof voor de blijvende inzet en de uitbouw van dit prachtige traject.
Als inwoner van Vollezele behoorde ik tot de eerste gebruikers van de VolleGaasroute. Nog vóór de bewegwijzering er was, had ik – met behulp van een gedetailleerde kaart van het Infopunt Fiets Vlaams-Brabant – het traject zelf samengesteld via knooppunten. Daar ik in het centrum van Brussel werk, zocht ik een alternatief voor de stressvolle en lange autorit. Mijn grootste vrees was tijdverlies, maar die bleek ongegrond. Met de wagen naar het werk neemt minstens evenveel tijd in beslag dan dat ik het traject van de Vollegaas afleg. Zelfs met de trein ben je langer onderweg waarbij je nog de aftand station tot thuis of tot op het werk moet afleggen. Dus waarom dan niet fietsen?
De Vollegaasroute loopt grotendeels over geasfalteerde veldwegen, oude trambanen en rustige fietsstraten. Af en toe deel je jouw pad met landbouwers, wandelaars of andere fietsers. Sluipverkeer is moeilijk dankzij de tractorsluizen.
Mijn route start in de Repingestraat te Vollezele, het historische paardendorp, waar de immense stoeterijen van het Belgisch trekpaard, Haras de Vollezeele en ’t Hof te Reepingen, gelegen zijn. Op haras de Vollezeele stond Brillant, het allereerste Belgische trekpaard, die zijn stempel drukte op de wereldgeschiedenis.
Al snel ontglip je het autoverkeer door de oude bedding van historische trambaan richting Leerbeek te volgen. Hier wordt je benieuwd aangekeken door de dieren in de weides. In Oetingen ligt naast de Vollegaasroute een petanquebaan. Hier hoor je bij mooi weer ’s avonds gelach en vrolijk gekibbel als vrienden hier een balletje gooien.
In Gooik steek je aan de verkeerslichten de drukke Ninoofsesteenweg over. Al snel kom je opnieuw tot rust op een kronkelend fietsstraatje richting Paddenbroek. Hier kom je wel eens een ongeduldige autobestuurder tegen die het niet kan laten je voorbij te rijden.
Eens Paddenbroek in zicht sla je rechts af en kom je opnieuw op de oude trambedding richting Leerbeek. De route kruist in Leerbeek een drukke baan, waar je zonder verkeerslichten moet oversteken. Wat me wel opvalt is dat er meer en meer autobestuurders zijn die stoppen om een fietser door te laten. Waarvoor dank!
Nu gaat het richting Bree-Eik. Onderweg fiets je langs aan ’t Verbrand Hof, een vierkantshoeve en een hopveld. Op dit stukje van het traject wordt het echt ploeteren, de gravel, de modder en de waterplassen bemoeilijken het traject. Daarom neem ik dit stukje alleen bij langere droogte anders wijk ik af in Leerbeek tot aan de Kwakenbeek waar mijn route langs de strakke rijen aan laagstambomen slingert.
Na het beklimmen van de prachtige holleweg kan je hoe Bree-Eik zien. Hier kan je afstappen en een rustmoment inlassen terwijl je van het uitzicht geniet.
Wat verderop op de Brie-eikweg staat een idillische picknick ruimte ter beschikking aan de recreatieve fietsers.
Hier fiets je langs mooie klaprozen maar vooral doorheen het prachtige boerenlandschap van tarwe, gerst, bieten, aardappelen en maïs.
Al snel komen je aan in Gaasbeek waar je langsheen het domein van het kasteel van Gaasbeek fietst. Op de route vang je een glimp op van het kasteel Groenenberg en fiets verder langsheen een meidoornhaag, die het domein Groenenberg omsluit. In de lente werd ik aangenaam verrast door deze welriekende bloemende haag.
Wat verder is het even opletten bij het oversteken van de Pedestraat en bij het kruisen van de Postweg. Maar tussenin volgt het traject steeds verkeersluwe, smalle straten.
Eens in het Brussels Gewest fiets je langs Villa Kattekasteel, nog onroerend erfgoed 😊, die recent een restauratie onderging. Hier volg je de kiezelweg langsheen de volkstuintjes en een voetbalveld tot aan de Bergensesteenweg. Eens deze oversteek achter de rug fiets je langs het kanaal richting Brussel. Het eindpunt van de VolleGaasroute ligt aan de sluis van Anderlecht maar ik rij verder langs het kanaal tot aan de sluis van Molenbeek. De geur van het water, de vele watervogels, de mooie kleine windmolentjes met verschillende kleuren als symbool van Molenbeek geven deze omgeving kleur. Ik rij verder naar het centrum van Brussel waar ik mijn fiets veilig stal en aan mijn dagtaak begin.
– Christel uit Vollezele